Geschiedenis

"Schoten vertoont door haar geschiedenis een dubbel gelaat. In meerdere opzichten ligt de gemeente op een breuklijn. Dit is reeds het geval met het fysisch milieu. Het noord- en oostelijk gelegen stuk is hoger en zanderiger dan de bodem naar Merksem toe, die lemiger is. Lange tijd bestond Schoten dan ook uit hei en bos enerzijds en anderzijds landbouwgronden. 

Eenzelfde opsplitsing geldt verder het politieke verleden. Reeds in de 12e eeuw onstond een wereldlijk Schoten onder de bevoegdheid van de heren van Breda, later die van Bergen-op-Zoom, en een kerkelijk Schoten dat ressorteerde onder de abdij van Villers. De groeiende machtspositie van Brabantse steden, inz. Antwerpen, verlegde vanaf het begin der 16e eeuw de invloedsfeer naar het zuiden. Doordat de heren van Schoten, afkomstig uit de rijke koopliedenstand en andere voorname burgers, hier een tweede residentie betrokken, zal de Scheldestad haar dominante aanwezigheid bevestigen. De kastelen markeerden t.o.v. de in doorsnee eenvoudige boerderijen deze sociale differentiatie.

Nochtans zou Schoten voort opgeslorpt worden door de grootstad. Haar oorspronkelijk Kempens karakter en haar periferische ligging t.o.v. de grote invalswegen hebben haar daar lange tijd voor behoed. Tot midden 19e eeuw lag het dorp er dan ook stil en ongeroerd bij met een bevolking die de duizend zielen nauwelijks oversteeg.

De komst van de machine bracht in de tweede helft van de 19e eeuw fabrieken langs de grens met Merksem en langs het kanaal. De gemeente bewoog toen op twee snelheden: enerzijds de industrialisering met haar fabrieksproletariaat, anderzijds het overleven van een stuk feodaliteit. Zelfs na 1945 was 1/3 van het gemeentelijk grondgebied in handen van amper tien grootgrondbezitters. Eind 19de eeuw zou de nieuwe burgerij, afkomstig uit de stad, hier villa's bouwen. Koningshof en Schotenhof zijn daar vandaag de getuigen van. 

Het specifieke karakter van deze gemeente ligt in haar brugfunctie tussen Antwerpen en Kempen, tussen stad en platteland. Dit verklaart haar statuut van zelfstandige gemeente, haar woonkwaliteit gegroeid uit de onderscheiden gehuchten, die geleidelijk rond de dorpskern geïntegreerd werden, haar groene zones, die haar maken tot een levende long voor de grootstedelijke agglomeratie.

Vandaag echter dreigen grondverkavelingen, het trekken van nieuwe infrastructuur (goederenspoor, Grote Ring), naast de reeds bestaande wegen en kanalen, het broze weefsel van deze gemeente verder aan te tasten. Het is niet te hopen dat het specifieke karakter van Schoten, zovele eeuwen gekoesterd, dan definitief zal geofferd worden op het altaar van de 'vooruitgang'."

Prof. em. Dr. Roland Baetens